Hoeflon header

Hoe en waarom minihijskranenbouwer Hoeflon de overstap maakte naar elektrische aandrijving

Date

Hoeflon in Barneveld (Gld.) bouwt jaarlijks honderden minihijskranen. Sinds 2024 is bijna elke machine die de fabriek verlaat, elektrisch. Waarom heeft de fabrikant de overstap van diesel naar elektrische aandrijving gemaakt? En welke impact had dit op het productieproces?


Op bedrijventerrein Harselaar-Zuid in Barneveld (Gld.) vind je de thuisbasis van Hoeflon. Het bedrijf werd in 2006 opgericht door Gert van Hoef. Vandaag de dag werken er zo’n 150 medewerkers en bouwen zij jaarlijks zo’n vierhonderd minihijskranen. De machines worden gebruikt voor hijs- en tilwerk in onder meer de hout- en staalbouw, glasmontage en productie-industrie. Naast hijskranen bouwt Hoeflon ook carriers; kleine op afstand bestuurbare rupsvoertuigen voor het transport van objecten en materialen. Ongeveer 35 procent van de machines die Hoeflon bouwt, blijft in Nederland - de rest gaat naar het buitenland.

Hoeflon1

Geen dieselmotoren

In de beginjaren waren de hijskranen voorzien van een benzine- of dieselmotor. Maar dat is nagenoeg verleden tijd. In 2019 elektrificeerde de fabrikant de eerste modellen. Het grote voordeel van een elektrische hijskraan is dat je geen last hebt van de uitstoot en lawaai. Vooral dat laatste is bij hijswerk praktisch, want doordat de machines zo stil zijn kun je elkaar tijdens het hijswerk goed verstaan en aanwijzingen geven.

Sinds 2024 voorziet de fabrikant elk model van elektrische aandrijving. Deze transitie raakte volgens Willian van Panhuis, support engineer bij Hoeflon, in een stroomversnelling toen er in 2023 leveringsproblemen van onderdelen waren waar veel fabrikanten mee kampten. “Wij konden toen nauwelijks aan dieselmotoren komen. Daarom hebben we destijds het ontwerp van de C10, één van onze tussenmodellen, aangepast van diesel naar elektrisch. Dit hebben we in slechts zes weken gerealiseerd.” Het bleek een schot in de roos. “Inmiddels is deze machine het bestverkochte model dat we hebben”, aldus Van Panhuis. 


Hoeflon2


Kabels trekken

De overstap van diesel naar elektrische aandrijving had volgens Van Panhuis weinig gevolgen voor het productieproces. “Voor de productie is het juist eenvoudiger geworden. In plaats van leidingen zijn onze medewerkers nu vooral kabels aan het trekken. Ook voor de monteurs van de dealerbedrijven heeft de overstap weinig gevolgen. De hijskranen zijn voorzien van een 80-volts accu en vallen daardoor in de categorie laagspanning. De monteurs hoeven daarom geen ingewikkelde bijscholingen te volgen en er hoeven geen grote wijzigingen te worden doorgevoerd in de werkplaats”, aldus Van Panhuis. De accu’s die Hoeflon gebruikt zijn van OX Power. Deze producent valt onder hetzelfde moederbedrijf als Hoeflon en heeft eveneens een productielocatie in Barneveld.

Ondanks dat Hoeflon ernaar streeft om elke minihijskraan elektrisch te maken, is er nog wel vraag naar machines met een dieselmotor. “Sommige klanten hebben niet altijd een stroomaansluiting voorhanden om de accu op te laden. Voor deze klanten maken we nog wel een uitzondering. Toch zijn het jaarlijks hooguit dertig kranen die nog van een dieselmotor worden voorzien”, benadrukt Van Panhuis.  

Hoeflon3

Servicetrainingen

In Nederland telt Hoeflon slechts één dealer: Hoeflon Nederland. Dit bedrijf ligt slechts op 550 meter van de fabriek en is eveneens onderdeel van de fabrikant. “We houden graag alles in eigen beheer. In onze werkplaats worden de jaarlijkse keuringen en onderhoudsbeurten uitgevoerd. Daarnaast hebben we twee servicebussen op de weg om op locatie keuringen, onderhoud en reparaties uit te voeren”, aldus Van Panhuis. De monteurs van Hoeflon worden sinds 2022 getraind bij Aeres Tech. Deze servicetrainingen vinden zo’n tien keer per jaar plaats. Vanuit de hele wereld komen de Hoeflon-monteurs daarvoor naar Ede (Gld.) om deze trainingen te volgen. “Wij hebben niet de mensen en faciliteiten om in eigen huis trainingen te verzorgen. Daarom besteden we dit uit. Gebruikerstrainingen, waarbij klanten leren werken met de machines, geven onze vertegenwoordigers wel zelf bij ons op het buitenterrein”, aldus Willian van Panhuis, support engineer van Hoeflon.